Het gelazer (10-04-2004)
Het gelazer begint al vroeg in de lente en manifesteert zich iedere week nadrukkelijker. De competitie is nog lang niet afgelopen, maar in verschillende hoeken en gaten van de sporthal begint het gefluister en gespeculeer. We hebben het hier over het fenomeen teamindeling; de indeling voor volgend seizoen, wel te verstaan. Hoe groter de club, hoe groter het karwei en dus moet er bij SSS ieder jaar weer een enorme klus worden geklaard.
Op welke gronden verdeel je enkele honderden leden over een stuk of dertig teams? Het eerste selectiecriterium is niet zo ingewikkeld. Jongens en meisjes haal je, net als mannen en vrouwen, uit elkaar. Dat hoeft bij de mini’s nog niet, maar dat is op latere leeftijd wel zo verstandig. Gemengd dubbel bij het tennis én de korfbalsport nemen we immers ook niet serieus.
Stap twee: zet de senioren en de jeugdspelers apart. De jeugd wordt ingedeeld op leeftijd én speelsterkte (mini’s, C, B, A) en de senioren uitsluitend op grond van speelsterkte. En nu beginnen dus de moeilijkheden. Talloze vragen dienen zich aan. Moet een talentvol jeugdlid een categorie omhoog en wellicht naar de senioren? Of is het beter onder leeftijdsgenoten te blijven? Mogen vriendjes en vriendinnetjes op verzoek bij elkaar worden ingedeeld? Of beginnen we daar niet aan? Hoe vaak moeten de teams eigenlijk trainen? En wie worden de trainers? Moeten we die trouwens betalen? En zo ja: met die 40 euro, met hun contributie of met een uurtarief? Mogen bepaalde seniorenteams op speciaal verzoek bij elkaar blijven? Zo ja, mogen ze dan ook nog roepen dat ze die-en-die er niet bij willen hebben? Wie bepaalt er eigenlijk hoe goed iemand is? Zijn trainers en TC-leden wel objectief genoeg of hebben ze zo hun vrienden en vriendinnen? En wat moeten we toch met die ene stomme trut met wie niemand eigenlijk wil spelen? Of met die frisse kerel die geen deodorant gebruikt en ook zijn knielappen nooit in de was doet?
Ik bedoel: het maken van de juiste teamindeling is knap ingewikkeld. Nee, niet voor mij. Ik heb de mazzel dat ik bij de betere mannenteams alleen maar naar het spelniveau hoef te kijken. En dit samen met een paar kundige trainers. Maar ik heb wel een zwak voor mijn collega’s die de klussen moeten klaren bij de soms niet zo flexibele mannenteams, bij de hypergevoelige damesafdeling of bij de door achterdochtige ouders achtervolgende jeugd. Ik wens ze allemaal veel wijsheid en slagvaardigheid.
Willem Held