We gaan op bowlen
De titel van een wedstrijdverslag geeft al een hoop weg. De titel van dit verslag had ook kunnen zijn: ‘Het Jens Toornstra Syndroom’ of ‘Niet Onze Hal Deel 3’ of ‘Achter Het Net Gevist’. De conclusie van onze wedstrijd - SSS H2 tegen Arvevo H1 - is echter de titel van ons verslag geworden: we gaan op bowlen.
Even een korte introductie van ons team, want het is pas het eerste wedstrijdverslag van het seizoen. Een seizoen waarin wij thuis drie keer overtuigend hebben gewonnen en nog maar één set hebben laten liggen, waarin wij onszelf even koploper mochten noemen en waarin wij twee gutterballs hebben gehad bij goede Duitse tegenstanders. Die gestohlen Fahrräder krijgen we in 2018 wel weer terug.
Ons team bestaat uit… tja… waar bestaat ons team eigenlijk uit? Op papier bestaat het uit een Amsterdamse workaholic, een speler met heel veel Eredivisie-ervaring (en dan hebben we het niet over bankzitten…), een beetje Renswouw, een blonde god met zere knietjes die Azië onveilig maakt en een andere blonde god met zere knietjes die een zwembad onveilig maakt. Sinds kort hebben we nog een tweede libero, die is teruggekomen uit Heren 1. Maar die mocht zaterdag de bank warm helden. Gelukkig voor hem komt hij aan spelen toe in zijn eigen starting seven.
Dat is qua aantal kegels kerels een beetje magertjes natuurlijk, maar de rest van de ploeg staat op papier nog niet in Heren 2. Zij profiteren van het succes van Heren 3. Of profiteert Heren 3 van Heren 2…?! Maar goed, het gaat om een aanvoerder die niet kan aanvallen, een oehoe en meisje die geen meisje meer is, een vissenkop, een krachtpatser, Gijs en twee spelverdelers die zowel in Heren 2 als in Heren 3 zitten (de één is vooral goed in de eerste service van de wedstrijd, de ander heeft zelfs eredivisie-ervaring!).
En dan hebben we uiteraard ook nog een topcoach, die na een jaar afwezigheid het publiek weer mag vermaken en het hartstikke gezellig vindt om weer bij SSS te zijn. Ook al ziet hij soms door de jeneverbesbomen zijn het fietspad niet meer. Ook al begint de vis na twee uitnederlagen op rij wel aan de kop te stinken; wij zijn hartstikke blij dat Van Roekel weer terug is. Aldus een zekere passer/loper die eerder nog weggestuurd werd op trainingen en nu niet meer uit de basis weg te krijgen is. Hmm….
Dat is ons team. Wat een toppers! Al voeren we zaterdag met een complete armada naar Arnhem voor de derde uitwedstrijd van het seizoen. Het rook tenminste wel naar een (vissers)boot, of niet soms Wilco? Met maar liefst vijf auto’s en twintig man sterk kwamen we in het sfeervolle Kermisland aan, waar verrassend genoeg onze spelerskaarten al op de parkeerplaats op ons laten te wachten. Is dat even handig!
Helaas was er geen muziek tijdens het warmlopen (dat is natuurlijk de reden van ons verlies…), maar dat was te begrijpen: want sommigen kunnen zoveel prikkels niet aan. Na het nodige heen-en-weer geschreeuw bij het inslaan, kon de wedstrijd beginnen. Ditmaal hadden we wel twee scheidsrechters, jammer genoeg (dat is natuurlijk de reden van ons verlies…).
Over de wedstrijd kunnen we kort zijn: de eerste set liepen we achter de feiten aan, kwamen we goed terug, maar visten we achter het net. Da’s logisch, want je gaat toch niet je mooie groene shirt bezweet of vies maken bij een 24-23 achterstand.
Set twee ging een stuk voortvarender. We hadden de pass onder controle en serveerden er lustig op los. Het leek wel of we eindelijk naar Van Roekel luisterden en begrepen dat daar het spelletje mee begint. Het moest niet veel gekker worden, maar dat werd het toch: Berger had zelfs zo goed naar de coach geluisterd dat hij er na een time-out een sprongservice uitgooide: strike!
Vol goede moed begonnen we aan de derde set. Gij-die-niet-aangespeeld-mag-worden slaagde er zelfs in iets goeds te doen aan het net en de boomlange middenman af te blokken. De vreugde en voorsprong was van korte duur. Diezelfde GVR boezemde onze passlinie veel angst in. Heel veel angst. En toen de passlinie niet meer bang was, was onze spelverdeler dat. En toen die niet meer bang was (en gewisseld was), waren onze aanvallers bang. De teller liep op naar een niet meer te overbruggen voorsprong. Met behulp van de wisselspelers stabiliseerde de achterstand, maar een 2-1 voor Arvevo kon niet voorkomen worden.
Dan maar een vijfsetter. Sommigen hadden namelijk nog genoeg pap in de poten. Toch? Om dat te bereiken moest wel de vierde set eerst ‘even’ gewonnen worden. Dat bleek in Arnhem een brug te ver te zijn. Er werd nog een inhaalrace ingezet, maar die strandde op 24-23.
De zesde wedstrijd van het seizoen eindigde dus in een 3-1 nederlaag. Daarmee zakken we terug naar een zevende plaats op de ranglijst. Zo sta je bovenaan, zo sta je nog steeds bovenaan. Maar dan in het rechterrijtje. Het zit in de knotsgekke tweede divisie echter dicht bij elkaar en qua puntverlies staat zaterdag alweer een topper te wachten: de nummer zes tegen de nummer zeven: Pegasus H1 tegen SSS H2 (twee van de drie teams met het minste puntverlies).
Zoals je leest, moeten we zaterdag dus alweer een uitwedstrijd spelen. Aangezien onze coach niet in intrinsieke motivatie geloofd, maar wel in extern motiveren gaan we volgende week bij een overwinning bowlen! Dat wordt alvast het telefoonnummer van de Veluwehal opzoeken.
Het moet wel goedkomen zaterdag. Net als een bowlingbal een zeker perfectie lijkt te hebben qua ronding, zitten er drie gaten in. We gaan ervanuit dat we die drie dalen nu hebben gehad in wat een mooi seizoen moet worden. Dan belooft de schrijver dezes dit seizoen weer wat vaker op zijn Pegasus te stijgen.
P:.s.: tegenover de beloning staat waarschijnlijk ook een straf. U kunt nu raden wat dit wordt:
Optie A: Wilco’s vis eten.
Optie B: Rennen, vliegen, duiken, rollen, vallen en weer opstaan
Optie C: Kasten
Optie D: Bowlen zonder hekjes
Optie E: Geblinddoekt naar huis fietsen