De off-day van dames 1
Afgelopen zaterdagochtend – ja, het was nog ochtend – sprongen we in de auto (en de trein) en gingen we op weg naar onze mooie hoofdstad. Nou ja, mooi? Daar zijn de meningen bij de speelsters van dames 1 nog over verdeeld. Eenmaal in de buurt van de Amstelcampus moesten we nog enige inspanning verrichten, wat de nodige vragen opriep. Moeten we nu echt als een tram over de trambaan rijden? Waar moeten we parkeren? Zou de auto achter ons kunnen zien of het stoplicht op groen of rood staat? Kun je de auto achter ons anders even bellen? Welk gebouw is nou de sporthal? Mag je hier eigenlijk wel rechtdoor? Reed Mylène nou bijna een fietser aan? Zijn we nog op tijd? Waar is de ingang? Hoe gaat de deur open? So. Many. Questions.
Eén voor één druppelden we het café van de sporthal binnen. Daar kwamen we ook een oude bekende – en voor sommigen nieuwe onbekende – tegen: good-old Shanice van der Sloot. Heel veel tijd om te kletsen was er helaas niet, we moesten ons gaan richten op de wedstrijd. We hadden deze week redelijk gericht op deze tegenstander getraind en de cijfers en statistieken vlogen ons van de week al om de oren. Het plan van aanpak was dus duidelijk. Netjes op een rijtje zittend, luisterden we voor aanvang van de wedstrijd stilletjes naar Joost die de belangrijkste punten nog even herhaalde. Let’s go. Hoe-ha.
Nog voordat de wedstrijd begon, brachten we de tegenstander – onbewust – een beetje van de kaart door aan ‘hun favoriete kant’ warm te lopen. Judith ‘ik-ben-nu-net-lekker-aan-deze-kant-aan-het-warmlopen’ Raggers-Kuiper en Danisha ‘als-zij-het-graag-willen-moeten-we-het-juist-lekker-niet-doen’ Willems maakten duidelijk dat wij geen concessies zouden doen. 1-0 voor groen. Waar we echter niet echt aan gedacht hadden, was dat de captain van US er met de toss natuurlijk voor zou kiezen om alsnog van kant te wisselen: 1-1.
De wedstrijd begon moeizaam. Het was even zoeken in de passing, waardoor we net niet helemaal ons eigen spel konden spelen. Het ging redelijk gelijk op, maar wij trokken aan het kortste eind. De eerste set ging met 21 – 25 naar US. Maar ja, zij begonnen dan ook aan de goede kant...
De tweede set moesten de dames van US toch echt gaan spelen op hun minder favoriete helft, daar maakten wij natuurlijk gebruik van. We wisten de tegenstander vooral met goede serves onder druk te zetten, waardoor zij ditmaal niet helemaal aan hun spelletje toekwamen. 25 – 19 winst voor ons! Alle kippen vliegen, hi-ha-ho!
De derde set. Met het wisselen van kant, wisselde ook het spelletje weer mee. Waar onze servedruk een stuk afnam, leken de speelsters van US een tandje bij te schakelen vanaf de 9-meter lijn. Onze pass-linie had hier moeite mee, wat tot gevolg had dat ons spel voorspelbaarder werd. Het lukte ons niet het spelletje om te draaien en we verloren de set met 19 – 25.
Als je nu een hypothese zou moeten opstellen – iets met toetsweken – dan zou deze waarschijnlijk als volgt luiden: je wint als je aan de favoriete kant van US staat. Conclusie: wij zouden de vierde set aan die kant staan, dus die set winnen. Hypothetisch gezien zou er dus een vijfde set komen. Hypothetisch gezien zouden wij ook die set winnen, want wij zouden er dan hypothetisch voor kiezen om aan de losers-kant te beginnen om in de tweede helft op aan de winnaarskant de wedstrijd binnen te slepen. Hypothetisch dan. Als u dit trouwens niet kunt volgen (ik kon het hypothetisch gezien eerst ook niet helemaal volgen), of deze hypothese betwist, neem dan gerust even contact op met Nienke, die u dit moeiteloos uit kan leggen.
Belangrijk is dat ik u nog iets vertel. Hypotheses kloppen niet altijd. Dat is hypothetisch gezien heel jammer, maar wel waar. We begonnen de vierde set sterk en pakten een voorsprong. Deze gaven we echter uit handen door zelf te veel fouten te maken. De vierde set ging met 24 – 26 naar US, flink balen! Een vijfde set hadden we er hypothetisch gezien echt wel uit moeten slepen, kijkend naar ons spel van de afgelopen weken. Het ging deze wedstrijd dan ook wel redelijk gelijk op; de ene Sloot blokt de ander en vervolgens blokt de ander de een. Zo gaat dat. Toch lag onze eigen foutenlast te hoog en haalden we niet het niveau dat we tegen deze tegenstander hadden moeten halen. Het bordje van Joost ‘viel’ dan ook terecht even op de grond toen we de wedstrijd verloren.
Balen? Ja, tuurlijk. Hiervoor waren we niet naar Amsterdam gekomen. Maar ook dit hoort erbij; het kan niet altijd goed gaan. Om Van Bronckhorst even te citeren: ‘We hadden gewoon een off-day.’ Goed gesproken, Giovanni. Snel de koppies weer omhoog, want komende zaterdag zijn er weer nieuwe kansen. Dan spelen we namelijk thuis om 16.00 tegen VoCASA DS 2. Thuiswedstrijden zijn sowieso altijd leuker, hypothetisch gezien dan...