In het zonnetje (23-12-2004)
Vraag: Stel, je bent door je volleybalclub gekozen tot vrijwilliger van de maand, mede omdat je columns schrijft voor de website van de club. Kun je het dan maken om in het eerstvolgende stukje het fenomeen ‘vrijwilliger van de maand’ helemaal de grond in te boren?
Antwoord: Ja, dat kan. Een columnist moet van z’n hart geen moordkuil maken.
Ik ben dus de ‘SSS-vrijwilliger van de maand december 2004’. Dat is te lezen op de homepage van deze site, alwaar ik heel wat veren in mijn kont krijg gestoken. Welnu, ik vind dat niet leuk. Natuurlijk wordt dit goed bedoeld en is er niets mis met het voornemen om vrijwilligers af en toe eens in het zonnetje te zetten. Maar ik voel me erg ongemakkelijk bij deze titel, net zoals op mijn eigen verjaardag waarbij ik het liefst onderduik om allerlei gedoe te ontvluchten. Ik weet niet wat het is; misschien verlegenheid of wellicht valse bescheidenheid. In het zonnetje? Prima, maar dan wel ergens op een exotisch strand.
Mijn voornaamste bezwaar tegen dit soort verkiezingen zit ‘m in het feit dat je vrijwilligers niet met elkaar kunt vergelijken. Bovendien loop je de kans dat bepaalde vrijwilligers zich afvragen waarom zij deze maand weer niet zijn gekozen. Dat denk ik ook als de jaarlijkse prestatiebeker wordt uitgereikt. Als traditie is het aardig, maar volgens mij doe je met de verkiezing van één zo’n supervrijwilliger heel veel anderen tekort.
Vele SSS-ers doen op gezette tijden wat voor de club en wie helemaal niets doet, moet veertig euro extra contributie betalen. Dat vind ik een prima regeling. En verder zullen leden die niet veel voor de club doen daar wel een goede reden voor hebben. Vrijwilligerswerk doe je omdat je het leuk vindt of omdat je gek bent op je club. Niet om ‘vrijwilliger van de maand’ te worden. Tenminste, ik niet. Maar misschien zit ik er helemaal naast en zijn al mijn voorgangers en opvolgers apetrots. Als dat zo is, moet er maar veel kritiek komen op dit stukje.
Willem Held